Een bug is een probleem in een computerprogramma of apparaat waardoor het zich anders gedraagt dan verwacht. Zulke fouten kunnen bijvoorbeeld zorgen voor verkeerde resultaten of ervoor zorgen dat een programma vastloopt. Het vinden en corrigeren van dit soort problemen – ook wel debugging genoemd – is een belangrijk onderdeel van het ontwikkelproces van software.

De benaming “bug” kreeg bekendheid in de begintijd van de computertechnologie, toen een ontwikkelaar ontdekte dat een insect een storing in een machine veroorzaakte. Sindsdien is het woord ingeburgerd geraakt als aanduiding voor fouten in software of systemen. Zo’n fout kan uiteenlopen van een klein grafisch mankement tot een ernstig beveiligingsprobleem.
Hoewel fouten in code nooit helemaal te voorkomen zijn, bestaan er inmiddels allerlei methodes en hulpmiddelen om ze op te sporen en te corrigeren. Voor ontwikkelaars en testers is het kunnen herkennen en oplossen van dit soort issues dan ook een onmisbare vaardigheid.

Waardoor ontstaan bugs?
Fouten in software kunnen allerlei oorzaken hebben. Meestal ontstaan ze door menselijke vergissingen: denk aan verkeerd geschreven code, verkeerde aannames of gebrekkige testprocessen. Ook de toenemende complexiteit van digitale systemen speelt een rol — hoe ingewikkelder een systeem, hoe groter de kans dat er iets misgaat.

Verschillende soorten bugs
Bugs worden ingedeeld op basis van het soort probleem. Werkt een functie niet zoals verwacht? Dan spreken we van een functionele bug. Leidt een fout tot vertraging of haperingen in het systeem, dan gaat het om een prestatiebug. Gaat het om een probleem dat de beveiliging aantast, dan is er sprake van een veiligheidsbug.

Hoe los je bugs op?
Het aanpakken van softwarefouten — ook wel debugging genoemd — verloopt meestal in meerdere stappen:

1. Opsporen: De fout komt aan het licht via tests, meldingen van gebruikers of door monitoringtools.
2. Onderzoeken: De oorzaak wordt achterhaald door bijvoorbeeld logbestanden of hulpmiddelen voor foutanalyse.
3. Aanpassen: De problematische code wordt gerepareerd of herschreven.
4. Controleren: Er wordt opnieuw getest om te zien of het probleem echt is opgelost en of er geen nieuwe bugs zijn ontstaan.
5. Vastleggen: De bevindingen worden gedocumenteerd om soortgelijke fouten in de toekomst te kunnen voorkomen.